Menu Close

Een blijde moeder van kinderen / A Joyful Mother of Children

     

Carl Haak

De ‘Reformed Witness Hour’[1] viert vandaag de gave van christelijke moeders. We doen dat door ons te wenden tot Gods Woord in Psalm 113:9. Daar lezen we: ‘Die de onvruchtbare doet wonen met een huisgezin, een blijde moeder van kinderen. Hallelujah.’

Op deze Moederdag reageert u, zelfs als een christelijke vrouw, misschien op die woorden, in het bijzonder ‘een blijde moeder van kinderen’, een beetje bitter of met schuldgevoel: ‘Blijde moeders?’ Misschien zou u, na het zien van de harde werkelijkheid van zoveel dat zich achter gesloten deuren in uw gezin afspeelt, uzelf niet vrolijk noemen. Ja, met die eerstgeborene in uw armen, was u vol van blijdschap, maar hoe zit het met de levenslange taak van het moederschap? En hoe zit het met de vele zonden die ermee gepaard gaan – de moeilijkheden, het geschreeuw, de wrok, de ontmoedigingen? Vrolijke moeders? Zouden uw kinderen u vandaag herkennen? Is het moederschap, zoals de wereld het denkt te zijn, geen sleur? Betekent het niet dat je vastgeketend bent aan maaltijden, wasgoed, schoonmaak, ondankbare taken – zoveel dat als vanzelfsprekend wordt beschouwd? Blijde?

En hoe zit het met het Woord van God zelf? Zegt God niet in Genesis 3:16 tegen Eva, en in haar tegen alle vrouwen: ‘Met smart zult gij kinderen baren’? Heeft de zonde het moederschap eigenlijk niet verwoest, zoals blijkt uit postnatale depressie en PMS[2] en vele andere moeilijkheden?

Hoe zit het met kinderen die geboren worden met ziektes? Hoe zit het met kinderen met een verstandelijke beperking – lange nachten opzitten met hen en hun huiswerk? Opstandige kinderen? Dan, om niet meer te noemen, de werkelijkheid soms (moge God het verhoeden) van ongelovige echtgenoten.

Doet Gods Woord luchtig over dit alles? Is het Woord van God bedoeld om ons te bespotten? Hij doet ‘een blijde moeder van kinderen’ zijn?

Volk van God, dochters van God, het Woord van God (God!) spreekt van blijde moeders. Het is geen mythe. God spreekt hier over een blijdschap die ten diepste niets minder is dan de vreugde van de zaligheid, een vreugde in God. Een blijdschap die God in uw hart doet ervaren als christelijke moeder. Het is de blijdschap waarover Jezus sprak in Johannes 15: ‘Mijn blijdschap’ die geen mens van u kan afnemen. Een vreugde die gevonden wordt in de wetenschap dat u Gods dienaar bent en dat Hij u gebruikt in Zijn koninkrijk. Een blijdschap die God vandaag aan elke gelovige moeder geeft, aan elke vrouw die God vreest. Dit is die blijdschap dat God uw getrouwe God is, die u een mooie en beslissende taak in Zijn koninkrijk heeft gegeven. Het wordt ‘moederschap’ genoemd.

Onze tekst is een voorbeeld van Gods neerbuigende goedheid. In Psalm 113 denkt de psalmist aan God in Zijn heerlijkheid en majesteit. ‘Wie is gelijk de HEERE onze God? Die zeer hoog woont, Die zeer laag ziet, in den hemel en op de aarde’, vers 5-6). Zo verheven, dat Hij zich laag moet neerbukken om de hemelen te zien! Hij moet buigen om de sterren te zien! Zo heerlijk is God.

Maar deze God is niet zoals de losse afgoden van de heidenen, zoals de Griekse goden. Hun majesteit was hun onverschilligheid. Nee, want hoewel Hij hoog is en niet voor vermeerdering vatbaar, toch zegt vers 7 ons dat Hij er een behagen in heeft om ‘de geringe uit het stof’ op te richten. De heerlijke God, de volheid van zegen in Zichzelf, verblijdt Zich in het zegenen van de nederige en de onbeduidende, de terneergeslagene en de verachte. En Hij verblijdt zich in het bijzonder in het zegenen van Zijn dochters, vrouwen, moeders, om hen blij te maken.

Het Woord van God vereenzelvigt ondubbelzinnig en onbeschaamd het moederschap met blijdschap. Hij doet ‘een blijde moeder van kinderen’ zijn.

Het woord ‘blijdschap’ verwijst naar een groot innerlijk geluk, niet noodzakelijkerwijs naar wat we een bruisend, gelukkig temperament zouden kunnen noemen, maar naar het bezit van een groot goed – een goed dat zo groot is, dat dit het hart doet overvloeien en een blijvende innerlijke blijdschap of voldoening aan iemands ziel geeft. Dat is de betekenis van blijdschap in de Schrift.

Natuurlijk mogen we uiterlijk blijdschap tonen. Maar wanneer de Schrift over blijdschap spreekt, verwijst het naar iets van binnen, iets diep van binnen. Het is zelfs te midden van verdriet aanwezig, iets wat verdriet eigenlijk doet glimmen. Mijn ziel, zegt David, zal zich in de HEERE verblijden. Ik zal mij de ganse dag in God verheugen, zelfs in tijden van beproeving en donkerheid. Het beeld van deze blijdschap is dus het hart, een rust en voldoening van de ziel in God, een blijvende vreugde die elke gelovige vrouw bezit. Sara, de vrouw van Abraham, zei: ‘God heeft mij een lachen gemaakt; al wie het hoort, zal met mij lachen.’ Maria zei: ‘Mijn ziel maakt groot den Heere, en mijn geest verheugt zich in God mijn Zaligmaker’; Hanna, in het Oude Testament, sprak: ‘Mijn hart springt op van vreugde in den HEERE.’

Laat dat toch een ogenblik mogen doordringen in ons verstand en hart. Moeders, God geeft u een blijvende, innerlijke, onvergankelijke blijdschap – blijdschap die geworteld is in God en in Zijn genade voor u als Zijn dochters. Laat de wereld u niet in zijn mal persen. En als er één gebied is waarop de wereld dat probeert te doen, dan is het vandaag de dag wel op het terrein van het moederschap. Er is een duivelse, beraamde aanval op de waardigheid en heerlijkheid van het moederschap, zoals dat door God is geschapen. Boeken, tv-talkshows, politiek – allemaal verkondigen ze dat het moederschap, zoals wij het zien, werkelijk deerniswekkend is. Een carrière is belangrijker. Het moederschap, zo wordt ons verteld, kan vandaag de dag buiten het huwelijk worden gekozen. Waarom zou een ongehuwde vrouw dit voorrecht ontzegd moeten worden? Het moederschap mag een carrière niet in de weg staan. En als het moederschap uw plannen dreigt te belemmeren, dan zegt de wereld dat u uw kind mag aborteren. Steriele operatiekamers in ons land slachten miljoenen kinderen (mensen). En onze generatie, die in schijnheiligheid de holocaust van de Tweede Wereldoorlog en van Hiroshima afkeurt en protesteert tegen de doodstraf, vergoelijkt en verdedigt en dringt aan op het afslachten van kinderen. Onze generatie zal zich op een dag moeten verantwoorden tegenover de Almachtige! Moederschap – ons wordt verteld dat dat beperkend, vernederend, begrenzend, kwaadaardig is.

Luister eens. Heel het volk van God, luister! Ik wil niet dat u deze waarheid mist. De Schrift deelt ons deze waarheid mee: Moederschap is een blijdschap gegeven door God.

Wat is de bron van deze blijdschap? Het komt voort uit drie overwegingen. Allereerst is het moederschap de gave van God in het dragen en ter wereld brengen van een verbondskind. Een gelovige vrouw ontvangt de vreugde om getuige te zijn van een wonderwerk van God – een werk dat een hartelijk ontzag voor en blijdschap in God moet teweegbrengen. De tekst benadrukt dat het moederschap een werk van God is. ‘Die de onvruchtbare doet wonen met een huisgezin, een blijde moeder van kinderen.’ Dit doet ons bedenken dat zwangerschap en geboorte uitsluitend het werk van de almachtige God zijn. Ja, naar Zijn wil onthoudt Hij soms kinderen. Als Hij het onthoudt, schenkt Hij Zijn beloften van liefde en genade. Maar God zegt ons elke keer dat, als er een zwangerschap en een geboorte plaatsvindt, het Zijn wonder van leven is.

Nu weet ik dat alle medische en technologische uitvindingen en kennis van mensen ons van dit wonder van God lijken te beroven. We horen van reageerbuisbaby’s, in-vitrofertilisatie. Maar het feit blijft: het leven is door God alleen geschapen. Geneeskunde en wetenschap kunnen het niet verklaren. Prediker 11:5: ‘Gelijk gij niet weet welke de weg des winds zij, of hoedanig de beenderen zijn in den buik van een zwangere vrouw, alzo weet gij het werk Gods niet, Die het alles maakt.’

Sta nu hier een ogenblik bij stil, vrouwen en moeders, en wij allemaal, en denk hierover na. Overdenk deze dingen in uw hart. God vormt een ander leven uit u en geeft aan dat leven een ziel. God gebruikt uw lichaam om te voeden, zorgt er ervoor dat uw organen er ruimte voor maken, zodat dit kind zijn leven uit u haalt en uit u voortkomt. En dit alles is het wonderwerk van de wonderbaarlijke God. Het moet een ootmoedige blijdschap voortbrengen – geen roem, niet zeggen: O, kijk eens wat ik deed! Maar zie eens wat God deed.

De wereld ziet een kind natuurlijk als een verlengstuk van zichzelf, tot eigen vermaak. Maar Gods kind roemt het diepe werk van God in de gave van een kind.

Ten tweede is de blijdschap, waarnaar hier verwezen wordt, begrepen te zijn in de wil van God. En dat is Bijbelse blijdschap. Wat betekent het? Het betekent dat onze God aan ieder van ons een plaats toewijst in Zijn heerlijk Koninkrijk, een plaats die met genadige zorg beschikt is. Die plaats kan zijn in de kerk, in huis of gezin. En Hij zegt tot ons op die plaats: ‘Doet handeling totdat ik kom’[3]. Werk uw zaligheid hier uit. En Hij geeft ons de talenten voor die plaats – talenten die niet allemaal hetzelfde zijn, maar in wijsheid voor ons geschikt zijn.

De blijdschap van het hart, die God aan gelovige moeders geeft, is om hun plaats van God dankbaar te ontvangen en te trachten om de wil van God daar te doen. Moederschap is de wil van God voor u, moeders. Gods wil voor u is dat u kinderen grootbrengt, opvoedt en leven geeft en voor uw man zorgt. Buiten die wil van God voor u is er geen blijdschap. We kunnen dat zien in de moderne vrouw van vandaag, die met minachting God verwerpt. Er is geen blijdschap, maar er is een diepe, blijvende wrok, bitterheid en leegte, een weerzin. Maar Gods kind vindt blijdschap in de weg van de wil van God. ’t Is blijdschap, zeggen wij, om Uw wil te doen.

Gods wil, die blijdschap brengt, is het moederschap. Het is de opvoeding en het is de zorg voor kinderen. Dat is een blijdschap die niet komt in weerwil van de taak moeder te zijn. Het is geen blijdschap die aan de taak wordt toegevoegd. Maar het is een blijdschap die juist in die taak gevonden wordt. De Heiland Zelf heeft gezegd dat ‘zo wie zijn leven zal willen behouden, die zal hetzelve verliezen; maar zo wie zijn leven verliezen zal om Mijnentwil, die zal hetzelve vinden[4].’ Wanneer u als moeder de wil van uw Schepper en Verlosser nastreeft, dan beloont uw Schepper en Verlosser, uw Heere u met de ervaring van blijdschap – de vreugde om in de weg van Zijn wil te zijn.

Ten slotte wordt de blijdschap van een moeder hierin gevonden, dat u begrijpt vanuit Gods Woord het belang van de taak die Hij gegeven heeft. U moet nooit zeggen, en we zouden deze uitspraak ook niet moeten toelaten: “Ik ben maar een moeder” – alsof dat geestdodend werk is. Zeg dat nooit! Maar laten we wat blijdschap hebben. Dat er enige verwondering mag doorklinken in de uitdrukking: ”Ik ben gezegend om moeder te zijn!” Dat er wat ontroering in de stem mag klinken.

God bereidt Zich een kerk, door middel van moeders, om Hem te loven. Er is niets ontzagwekkender dan dit, want God heeft Zijn kerk lief. En het einde van alle dingen is wanneer Zijn heerlijk aangezicht zal gaan schitteren, weerspiegeld in de kerk die door Christus zalig gemaakt is. Maar nu bereidt Christus Zich die kerk op een zeer belangrijke en onmisbare wijze door de hulp van gelovige moeders. Dit is de Schrift. God is zo genadig, zo goed, dat Hij zwakke en zondige vrouwen neemt, die Hij liefheeft in Jezus Christus, en Hij heiligt hen door Zijn Heilige Geest en geeft hen een onmisbare plaats in Zijn koninkrijk van genade. Zult u jaloers zijn op de vrouwen in de wereld? O, nee! Eer degenen die God geëerd heeft. God neemt zondige en kwetsbare en soms humeurige vrouwen en bereidt Zich door hen de kinderen van het Koninkrijk.

Bent u blijde? Hoe beantwoordt u het Woord van God? We behoren vandaag met ootmoedige dank te antwoorden: “O Heere, als ik Uw werken beschouw, de werken van het scheppen van leven in mij; als ik bedenk, o Heere, het voorrecht om U te dienen in de weg van Uw wil; als ik het belang overdenk van een christelijke moeder te zijn en hoe Uw machtige hand mijn kinderen zelfs op hun eeuwige plaats toebereidt – o Heere, ik sta voor U in ootmoedige blijdschap!” Bent u blijde?

Zoals ik eerder zei, ‘blijde’ is in de Schrift niet altijd op en neer springen, maar het is een vergenoegdheid; het is een vastberadenheid; het is een vrede van hart. God roept me om dit te doen en ik ben dankbaar dat de Heere me roept om dit in mijn gezin te doen.

Hij maakt ‘een blijde moeder van kinderen’. Laten we God daarvoor loven! Laten we ons daar vandaag over verblijden. En laten we, als we ons verblijden, eerst en vooral dit Woord van God in acht nemen tegen een zwakheid, een zwakte die soms in moeders wordt aangetroffen. Ik zal het uitleggen.

Ik geloof dat christelijke moeders, die hun Heere Jezus Christus met heel hun hart liefhebben en verlangen om Hem te behagen, als ze de moeilijkheden van het moederschap ervaren, toch heel vaak worden verleid tot sombere zelfbeschouwing, tot overmatige zelfkritiek en tot hopeloosheid, bij het zien van hun tekortkomingen.

Ik bedoel dit. U hebt een drukke dag achter de rug. Het begon om zes uur ‘s ochtends. U moest het ontbijt en de boterhammen klaarmaken en uw kinderen naar school zien te krijgen en uw man naar zijn werk. Daarna hebt u het huis netjes gemaakt. U brengt de kleintjes naar bed voor hun dutje. U hebt de goudsbloemen water gegeven. En nadat de kleintjes weer wakker werden, gaf u ze eten en ging u naar het park. U kwam op tijd terug om het avondeten te maken en op tafel te zetten. Daarna was er het huiswerk, in bad doen, de verhaaltjes voor het slapengaan en de gebeden. Uiteindelijk, om 10 of 11 uur, valt u uitgeput in bed. Maar u kunt niet slapen. Want ineens herinnert u zich hoe kortaf u tegen uw dochter deed, nadat u haar gezegd had dat ze haar rommelige kamer moest opruimen. En u schreeuwde. U herinnert zich hoe teleurgesteld uw zoon keek toen u hem vertelde dat u geen tijd had om te kleuren, want u moest de was vouwen. U denkt aan het feit dat u vijf kilo bent aangekomen. U hebt geen tijd gehad voor uw man. U had weinig tijd om te bidden. En u komt tot de slotsom dat u geen goede moeder bent. U bent een vreselijke vrouw en u voelt het zware gewicht van angst en neerslachtigheid die u verpletteren.

Wat zegt God? God zegt dat, wanneer we gezondigd hebben, we die zonde aan God en, indien nodig, morgen aan het kind moeten belijden. Morgen is voldoende. U hoeft het kind niet wakker te maken. Maar Gods Woord zegt dit: “U moet niet naar uzelf kijken, maar u moet naar uw God kijken. Naar God, Die behagen in u schept en de God Die het behaagt u te gebruiken.”

Ik beveel u een vers uit de Schrift aan (Filipp. 4:8): ‘Zo er enige deugd is en zo er enige lof is (als er iets is dat ’wél luidt’[5], als er iets goeds is), bedenkt datzelve.’ God veroordeelt Zijn dochters niet. Hij is de God van alle barmhartigheid en de Vader van alle vertroostingen. De levende God stapelt geen beschuldigingen op u, zo veel en zo zwaar dat u ‘s morgens niet uit bed kunt komen. Nee, kijk naar uw hemelse Vader, Die u liefheeft, Die u gerechtvaardigd heeft in het bloed van Jezus, Die u verzorgt en beloofd heeft u nooit te begeven of te verlaten, en Die zegt: “Ik maak u tot ‘een blijde moeder van kinderen’. Ik zal u gebruiken tot welzijn van uw kinderen.” Zie op God.

Als we dan de zegeningen van het moederschap zien, laten we dan de Heere loven. En laten we dat doen met niet te stuiten lof voor Gods genade en goedheid, vandaag. Doen we dat? Doen we dat vandaag? Doen wij dat, als degenen die de waarheid van het verbond kennen, die de waarheden van Gods beloften kennen? Doen we dat vandaag voor onze christelijke moeders?

Man, echtgenoot – wat hoort God vandaag uit uw hart over uw vrouw en de moeder van uw kinderen? Als u al haar werk thuis en in het huwelijk ziet, het werk van een vrouw en moeder, wat hoort God dan? Hoort Hij enkel maar een grom: “Nou ja, goed, ik ben zeker dankbaar voor mijn vrouw.” Of hoort Hij, rommelend in uw hart, lof over hoe genadig God voor u is geweest door u zo’n vrouw en zo’n moeder voor uw kinderen te geven? Looft en dankt u Hem? Prijst u God, als echtgenoot? Ik verbaas me er soms over dat echtgenoten dankbaarheid blijkbaar niet kunnen verwoorden. Hoe vaak is het niet gebeurd dat, wanneer ik een man vroeg: “bedank je ooit je vrouw en laat je zien dat je haar waardeert?” hij antwoordt: “Nou, dat weet ze toch? Ik hoef het haar niet te vertellen.” Ja, dat moet u wél. Zo heeft God haar gemaakt. U moet haar vertellen dat u van haar houdt. U moet haar zeggen dat u voor haar bidt. U moet haar vertellen dat u dankbaar bent en God voor haar, als uw vrouw en als de moeder van uw kinderen, prijst.

Doen we dat vandaag als kinderen? Doen we dat als jongeren, tieners, jonge mannen en jonge vrouwen? Ben je dankbaar voor je moeder? Kinderen, ben je vandaag dankbaar voor je mama? Dank je God voor haar, niet alleen vandaag, maar altijd?

Ik herinner me dat mijn kinderen, toen ze jonger waren, me vertelden hoe bijzonder het was dat kinderen bij de boterhammen zelfgemaakte koekjes hadden. Mijn gedachten gingen toen terug naar mijn moeder die altijd mijn boterhammen klaarmaakte. Als ze er een koekje bij deed, zat er een deel van de liefde van mijn moeder in dat koekje. Natuurlijk, tegenwoordig is het de zienswijze: “Waarom tijd verspillen met al dat beslag en die bakspullen als we kant-en-klare lunchpakketten kunnen gebruiken?” Weet u, het kan zelfs worden gezien in het broodtrommeltje – de liefde en zorg van een moeder. Kinderen, danken jullie God voor jullie moeder? Meisjes, tienermeisjes, dank je God voor je moeder, of maak je alleen maar ruzie met haar? Hoe lang is het geleden dat je God dankte voor je moeder, tienerjongen? Loof je God voor haar?

Laten we naar Gods Woord luisteren en laat dat ons vormen: God maakt blijde moeders. De wereld fronst zijn wenkbrauwen. “Nog een kind? Krijg je er nog een? Weet je niet hoe kinderen komen? Je bederft je figuur!” Laten we tot God bidden voor onze moeders. Laten we ze gezegende gaven van God noemen. Laten we God verheerlijken, Die er behagen in schept zo’n barmhartigheid te tonen aan hen die van zichzelf niets zijn, maar die Hij verheft en vreugdevolle moeders van kinderen maakt.

Laten we bidden.

Vader, moge Uw Woord onze blijdschap, onze troost, onze bemoediging zijn. Heere, wij danken U dat Gij Uw liefde en tegenwoordigheid zo in de gave van gelovige moeders getoond hebt. Aan U zij lof en eer door Jezus Christus, Amen.

Bron: Reformed Witness Hour. Titel: ‘A Joyful Mother of Children’, ds. C.J. Haak
Link: http://reformedwitnesshour.org/broadcast/a-joyful-mother-of-children-3/

Voor meer Nederlandstalige artikelen, klik hier.

[1] Sinds 1941 wordt er wekelijks een boodschap uitgezonden via radio (Amerika, Canada en Noord-Ierland) en internet door de “Protestant Reformed Churches” in Amerika onder de naam “Reformed Witness Hour (vert.)
[2] premenstrueel syndroom, lichamelijke en psychische klachten voor de menstruatie (vert.)
[3] Lukas 19:13 (vert.)
[4] Matthéüs 16:25 (vert.)
[5] Zie kanttekening 35 bij deze tekst (vert.)
Show Buttons
Hide Buttons