Menu Close

Een vermaning om de wereld niet lief te hebben / An Admonition to Love Not the World

     

Door ds. Michael DeVries

Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem. Want al wat in de wereld is, namelijk de begeerlijkheid des vleses en de begeerlijkheid der ogen en de grootsheid des levens, is niet uit den Vader, maar is uit de wereld. En de wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid; maar die den wil van God doet, blijft in der eeuwigheid, 1 Joh. 2:15-17.

De eerste brief van Johannes benadrukt de waarheid van de antithese,1 dat is de geestelijke scheiding die er bestaat tussen licht en duisternis, tussen Christus en Belial. God heeft die geestelijke scheiding gemaakt door Zijn kinderen des lichts te verlossen uit de wereld der duisternis. De antithese is geworteld in Gods eeuwige Raad, in Zijn soeverein besluit van verkiezing en verwerping. Gods volk, verlost door Christus’ bloed, wedergeboren door de kracht van de Heilige Geest, is uit de wereld der duisternis geroepen tot Zijn wonderbaar licht. En Hij roept ons om antithetisch te leven in het midden van de wereld. Daarom worden we vermaand: ‘Hebt de wereld niet lief!’

Nooit eerder is dit Woord van God zo dringend nodig geweest! Vanuit een natuurlijk oogpunt gezien, zijn dit zeer enerverende tijden om in te leven! Wat een wereld om in te leven! De technologie gaat met grote sprongen vooruit. Kansen zijn er in overvloed om bezittingen en rijkdom te verkrijgen. De geneugten en de vermakelijkheden worden vermenigvuldigd. O, er zijn veel uitdagingen, maar wie zou ontkennen dat het een enerverende tijd is om in te leven?

Maar we moeten ons er niet allemaal in laten meeslepen. We moeten ons realiseren dat, geestelijk gezien, het ook een buitengewoon gevaarlijke tijd is om in te leven. Sinds Babel en zijn beroemde toren is de ongelovige wereld niet eerder zo verenigd geweest tegen onze God en de zaak van Christus. Nooit eerder heeft wat zich kerk noemt zo geschipperd met de waarheid van Gods Woord, dat het praktisch niet meer te onderscheiden is van de wereld. Nooit eerder waren zoveel christenen zo verzot op de geneugten en de schatten van de wereld. Laten we gehoor geven aan deze levensbelangrijke vermaning!

    

De inhoud

De term ‘wereld’ wordt maar liefst zes keer in dit tekstgedeelte gebruikt. Het is vanuit de Schrift duidelijk dat dit woord (letterlijk ‘kosmos’) verschillende betekenissen heeft. In wezen ziet de term ‘wereld’ op het heelal2 vanuit het idee van haar organische3 eenheid en harmonie met de mens als haar hoofd. Het kan verwijzen naar het geheel van Gods schepping, zoals we daarvan lezen als ‘de grondlegging der wereld’ (Ef. 1:4). ‘Wereld’ wordt gebruikt als we spreken over al Gods uitverkorenen als een organisch geheel met de schepping, die ook verlost en hersteld zal worden in Christus. Daarom lezen we: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad…’ (Joh. 3:16). Maar het woord wordt ook gebruikt met betrekking tot de gevallen schepping. In die zin verwijst ‘wereld’ naar alle goddeloze mensen zoals ze in de schepping de overhand hebben en zich ontwikkelen in de zonde door hun gebruik van Gods schepping. Jezus zegt in Johannes 17:9: ‘Ik bid voor hen; Ik bid niet voor de wereld.’

Het is duidelijk dat de apostel Johannes in dit gedeelte spreekt in deze laatste betekenis. ‘Wereld’ is hier het geheel van de verworpen, goddeloze mensen, tezamen met de gehele aardse schepping, terwijl ze alle dingen ontplooien en gebruiken in dienst van de zonde. De wereld is eensgezind vanuit haar absolute grondbeginsel om op te staan tegen God en om Zijn wet te vertreden. De schoonheid van deze wereld is de vleselijke, wellustige, verdorven luister van Hollywood. Het is de wereld die de mens verheft en tegemoet komt aan al zijn grillen. Uit deze wereld staat in de laatste dagen de antichrist op, zoals in vers 18 staat. In het midden van deze wereld leeft de kerk.

Deze goddeloze wereld is overal om ons heen! Denk aan de casino’s, de nachtclubs, de danszalen en de theaters. Deze wereld bevindt zich in de bedrijfskantoren, op de fabrieksvloer, maar ook in de leerplaatsen, de scholen en universiteiten, die in trots de soevereine Schepper ontkennen. Het is in de politieke campagnes, de rechtszalen en de wetgevende kamers. Deze wereld wordt aangemoedigd door de media die gedijt op het sensationele en alles wat onze zintuigen prikkelt. Het is zelfs in een groot deel van de hedendaagse kerk die een Evangelie van eigenwaarde en verdraagzaamheid verheerlijkt. Deze wereld is te vinden in elk domein van het leven, ja, zelfs in onze eigen zondige natuur, zodat we het contact ermee onmogelijk kunnen vermijden.

‘Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is.’ ‘Hetgeen in de wereld is’ omvat alles wat door de wereld wordt geproduceerd en gebruikt in dienst van de zonde. Dit betekent niet dat de verschillende creaturen in de schepping op zichzelf slecht zijn. Bomen en sterren, auto’s en computers, overheid en economie en industrie zijn allemaal door God gemaakt en tot stand gebracht. De verschillende creaturen in de schepping zijn goede schepselen van God om in ons leven te gebruiken.

Maar het idee is dat de goddelozen die in deze wereld de overhand hebben, al deze goede schepselen van God nemen en gebruiken in dienst van de zonde. Heel de cultuur, overheid, wetenschap, technologie, filosofie, economie, industrie, onderwijs, muziek en kunst wordt gebruikt in een vreselijke rebellie tegen God. De goddelozen richten zich op de levende God ten val te brengen en op de vestiging van een koninkrijk van duisternis waarin de zonde de opperheerschappij voert.

Wat is dan onze roeping als Gods volk ten opzichte van deze wereld? ‘Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is.’ Ware liefde is een geestelijke gemeenschap die verenigt, die zich verheugt en genoegen vindt in de volmaaktheid van een ander. In de diepste zin is het de liefde die van God naar ons uitgaat en die door ons terugkeert naar God. Die liefde mag niet op de wereld gericht zijn!

‘Hebt de wereld niet lief’ betekent dat we de wereld en haar dingen niet als kostbaar beschouwen. Het beduidt dat we niet samenstemmen met de wereld, er geen overeenkomst of gemeenschap is tussen ons en de wereld. Het wil zeggen dat we er geen genegenheid voor hebben, het hart er niet op zetten en er niet naar zoeken of ernaar streven.

En neutraliteit is onmogelijk! Dat we de wereld niet liefhebben wil zeggen, dat we de wereld met heel ons hart haten. Het betekent dat we de wereld en haar kwade verlokkingen verachten. Dat we de wereld niet liefhebben, beduidt dat we God liefhebben! Onze genegenheden moeten op God gericht zijn en op Zijn koninkrijk. We moeten onszelf aan Hem en Zijn dienst toewijden en antithetisch leven in het midden van deze wereld.

    

De reden

Dit Woord van God geeft ons een objectieve4 reden voor deze vermaning: ‘Want al wat in de wereld is, namelijk de begeerlijkheid des vleses en de begeerlijkheid der ogen en de grootsheid des levens, is niet uit den Vader, maar is uit de wereld’ (vers 16). Het woord ‘begeerlijkheid’ wordt hier niet gebruikt in engere zin zoals vleselijke, seksuele verlangens, maar het verwijst in bredere zin naar kwade verlangens. Begeerlijkheid is een verkeerd verlangen naar alles wat in strijd is met Gods wil. Hier worden deze begeerlijkheden objectief opgevat, als iets wat in de wereld is en waarmee we in contact komen, verlangens die ons worden voorgesteld als voorwerpen om lief te hebben.

Deze begeerlijkheden worden hier geordend. We lezen eerst van ‘de begeerlijkheid des vleses’. Dit is de begeerte van de lage driften van de mens die branden van hartstocht. De begeerlijkheden van het vlees zijn vraatzucht, dronkenschap, drugsmisbruik, allerlei seksuele perversiteit en dergelijke dingen. De wereld zegt: ‘Eet, drink en wees vrolijk, want morgen sterven wij.’ Denk aan Eva toen ze door satan werd verleid in de Hof van Eden. We lezen in Genesis 3 dat de vrouw zag dat de boom goed was tot spijze. Ze begeerde ernaar. Hier openbaart zich de zonde als ‘begeerlijkheid des vleses’.

De ‘begeerlijkheid der ogen’ zijn de lusten van de hoogste zintuigen die vanuit aards oogpunt voor de ogen aantrekkelijk zijn. De wereld van kunst, cultuur, vermaak, muziek, filosofie en mode zijn de voorwerpen die deze vleselijke verlangens bevredigen. Door de begeerlijkheid der ogen ‘roemen zij in hun schande.’ Denk opnieuw aan Eva in de hof. Eva zag dat de boom een lust voor het oog was. Hier openbaart zich de zonde als ‘de begeerlijkheid der ogen’.

Ten slotte begeerlijkheid is ‘de grootsheid des levens ‘. Dit is de ijdele glorie van het leven dat zichzelf zoekt. De wereld denkt door zijn wetenschappelijke vooruitgang, uitvindingen, technologie, geleerdheid en zogenaamde wijsheid, dat ze alles onder controle heeft en verheft zichzelf als God. Denk nog eens aan Eva die verleid werd door de satan. We lezen dat de vrouw zag dat het was ‘een boom die begeerlijk was om verstandig te maken’. Eva bezag de boom vanuit de invalshoek van de leugen van de duivel: ‘Gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad.’ Dit terzijde stellen van Gods Woord ten gunste van haar eigen oordeel is ‘de grootsheid des levens.’

Dit alles is niet uit de Vader, maar is uit de wereld. De Vader is heilig, rechtvaardig en goed. In God is helemaal geen duisternis. Dit alles is uit de wereld. Alle duisternis, zonde en kwaad hebben hun oorsprong in de wereld. Er is geen spoor van goedheid, geen teken van enige vrucht van ‘algemene genade’ of ‘burgerlijk goed’5. Alles wat in de wereld is, is goddeloos, niet goddelijk. Als u het zoekt, hebt u de wereld lief. En laten we niet vergeten dat we zo gemakkelijk kunnen toegeven aan deze begeerlijkheden via onze grote TV schermen, onze smartphones, internet en andere media.

Maar er is ook een subjectieve6 reden voor deze vermaning: ‘Zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem.’ Uit genade hebben we de liefde van God in ons hart. God schonk ons rijkelijk Zijn liefde in Christus. Door Zijn liefde hebben we Hem lief en alles wat van Hem is. Toch is die liefde in ons niet volmaakt noch volkomen. We hebben nog maar een klein beginsel van ware gehoorzaamheid. Onze oude mens der zonde is vervuld met het beginsel van de liefde voor de wereld.

Deze liefde van de Vader sluit de liefde van de wereld uit! Hebt u de wereld lief? Is de wereld u dierbaar? Verlangt u naar haar rijkdom, roem, vleselijke beschaving, genoegens, perversiteit? We moeten met heel ons hart strijden tegen het beginsel van de liefde voor de wereld! Het is of-of! ‘Want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis?’ (2 Kor. 6:14). We worden vermaand de wereld niet lief te hebben vanwege de volstrekte antithese7 tussen zonde en genade, tussen licht en duisternis, tussen Christus en Belial! De antithese roept ons op om als pelgrims en vreemdelingen op aarde te wandelen, al het goede te zoeken en lief te hebben, en al het kwaad te haten en te vlieden.

    

De aansporing

Wat een aansporing wordt ons gegeven om gehoor te geven aan deze vermaning! ‘En de wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid.’ Deze wereld is op weg naar de verwoesting! Het is nu bezig voorbij te gaan. En ook de begeerlijkheden van de wereld haasten zich naar de verwoesting. De begeerlijkheden van de wereld en haar glorie vervagen snel. Al haar glitter en schitter, al haar roem en fortuin, al haar macht en kracht, al haar technologie en kundigheid, al haar genoegens en schatten zijn maar voor een ogenblik. Hoe dwaas om iets dat zo kortstondig is, lief te hebben!

Maar er is hier een woord ter waarschuwing. Uiteindelijk gaat hij, die de wereld liefheeft, ermee naar het verderf. Jehovah dondert in Jesaja 13:11: ‘Want Ik zal over de wereld de boosheid bezoeken en over de goddelozen hun ongerechtigheid, en Ik zal den hoogmoed der stouten doen ophouden en de hovaardij der tirannen zal Ik vernederen.’ De liefhebbers van deze wereld zullen naakt, ellendig worden achtergelaten, verdoemd tot de kwellingen van de hel. Allen die de wereld liefhebben, zullen met de wereld vergaan!

Daarentegen, ‘maar die den wil van God doet, blijft in der eeuwigheid.’ Hij die Gods wil doet, behoort niet tot de wereld. Hij behoort tot het werk van Gods genade in het midden der wereld. Hij werd verlost van de wereld en haar begeerlijkheden door het zaligmakende werk van Christus en Zijn Geest. Hij zal voor altijd blijven! Er wacht hem een kroon van heerlijkheid – eeuwig leven in het koninkrijk der hemelen.

Doet u de wil van God? Bent u geestelijk fijngevoelig en herkent u de wereld en de dingen die in de wereld zijn? De liefde van de wereld is niet ver van ons. We kampen nog steeds met de begeerlijkheden van het vlees, van de ogen en de grootsheid van het leven. Hoe gemakkelijk worden we overspoeld door vleselijke aandoeningen! En het is allemaal vrijwel binnen handbereik: materialisme, sportfanatisme, geweld, pornografie. Doorzoek uw hart! ‘Wij die der zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven?’ (Rom. 6:2).

Laat u niet misleiden! De wereld gaat voorbij en zijn begeerlijkheden. Heb de wereld niet lief! Verlang ernaar om voor altijd bij uw hemelse Vader te zijn. ‘Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede’ (2 Petr. 3:14).

Dit artikel verscheen voor het eerst op 1 augustus 2016 in The Standard Bearer (Jaargang 92, nummer 19).

Voor meer Nederlandstalige artikelen, klik hier.

________________________________________
1 Tegenstelling
2 Of: universum
3 Vanuit de gedachte dat heel de schepping, met alle verschillende onderdelen, samen één geheel vormt, zoals een boom een levend organisme is met wortels, stam, takken en bladeren, en die zich verder ontwikkelt.
4 Of: voorwerpelijke, buiten ons
5 Of: gemene gratie, de leer van Abraham Kuyper die hier verworpen wordt, in tegenstelling tot de particuliere of bijzondere genade.
6 Of: onderwerpelijke, in ons
7 Tegenstelling
Show Buttons
Hide Buttons